het dutje zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈdʏcə ] Afbreekpatroon: dut·je Verbuigingen: dutjes (meerv.) kort slaapje Voorbeelden: 'na het eten even een dutje doen' , 'een middagdutje' Synoniemen: dommel tukje uiltje 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/dutje