dwarszitten werkw. Uitspraak: [ ˈdwɑrsɪtə(n) ] Afbreekpatroon: dwars·zit·ten Vervoegingen: zat dwars (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft dwarsgezeten (volt.deelw.) 1) lastig zijn of ergernis geven Voorbeeld: 'Het zit me dwars dat je nog steeds niet hebt teruggeschreven.' Synoniem: hinderen 2) tegenwerken Vo... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/dwarszitten