de eicel zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈɛisɛl ] Afbreekpatroon: ei·cel Verbuigingen: eicellen (meerv.) cel bij vrouwen en vrouwtjesdieren waaruit na bevruchting nieuw leven ontstaat Synoniemen: ei 10 definities...
1) Begin 2) Begin van een nieuw organisme 3) Begin van een organisch wezen 4) Beginsel van een nieuw organisme 5) Beginsel van nieuw organisme 6) Lichaamsdeel 7) Deel van het vrouwelijk lichaam 8) Ei in wording 9) Geslachtscel 10) Kiem 11) Kiemcel 12) Klein organisme 13) Ovum 14) Product van de eierstokken 1) Ei 2) Geslachtscel 3) Ovum 4) Spoor 5) Spore 6) Vruchtbeginsel 
cel in het lichaam van een vrouw vb: als eicel en zaadcel samensmelten, ontstaat nieuw leven
cel in het archegonium, of (bij reductie van het archegonium) cel in de embryozak, waaruit na bevruchting de zygote ontstaat (= vrouwelijke gameet)
vrouwelijke geslachtscel, waaruit na bevruchting door een mannelijke zaadcel een kind groeit
De vrouwelijke geslachtscellen heten eicellen. Het zijn kleine blaasvormige cellen met een celkern. Bij de bevruchting met een zaadcel smelten ze samen. Ze kunnen uitgroeien tot een nieuw mens. Gedurende elke cyclus van een vrouw rijpt zo?n eicel. Een niet bevrucht eitje sterft af en verlaat het lichaam tijdens de menstruatie.
Vrouwelijke geslachtscel 
Vrouwelijke geslachtscel, afkomstig uit de eierstok (z.o. gameet)..
vrouwelijke voortplantingscel van dier, mens of plantvrouwelijke voortplantingscel