elfde rangtelwoord Uitspraak: [ ˈelvdə ] Afbreekpatroon: elf·de <in een volgorde> nummer 11 de elfde van de elfde (11 november (start van de voorbereidingen voor het carnaval)) te elfder ure (op het laatste moment) 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/elfde