emitteren werkw. Uitspraak: [ emi'terə(n) ] Afbreekpatroon: emit·te·ren Vervoegingen: emitteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geëmitteerd (volt.deelw.) 1) (nieuwe aandelen of obligaties) op de markt brengen economie Voorbeeld: 'aandelen emitteren' Synoniem: uitgeven 2) (schadelijke stoffen) in...
1) Effecten uitgeven 2) Aandelen uitgeven 3) Uitgifte van aandelen 4) Uitgeven van nieuwe aandelen 5) Uitgeven van aandelen 6) Uitgeven 7) Uitstralen 
afvalstof uitstoten hinderlijk geluid produceren aandelen, leningen of waardepapieren in omloop brengen deeltjes, energie of licht uitstralen
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Handel), in omloop brengen, uitgeven.
het uitgeven van aandelen of obligaties. Ook: schrijven.
Onder emitteren verstaan we het uitgeven van effecten ofwel het publiek in de gelegenheid te stellen om effecten in een bepaald bedrijf te verkrijgen. Denk bij emitteren aan het uitgeven van nieuwe aandelen en obligaties.