[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] geestdrift, geestverrukking; toestand waarin zich de Pythische priesteres, - zie
Pythia, - bevond, wanneer ze op haar drievoet gezeten, den wil der goden opving. Van Grieks
enthousiasmos (bezieling door een god), uit
theos (god).
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0009.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.