failliet bijv.naamw. Uitspraak: [ fɑˈjit ] Afbreekpatroon: fail·liet als je je schulden niet meer kunt betalen en er beslag op al je bezit is gelegd Voorbeeld: 'failliet gaan' Synoniem: bankroet de failliete boedel (de bezittingen van iemand die failliet is) Synoniemen: bankroet faillissement geruineerd krach weg 
1) Faillissement 2) Geruineerd 3) Desolaat 4) Krach 5) Bankroet 6) Zakelijke mislukking 7) Brodeloos 
bankroet
Niet meer kunnen betalen, zonder geld zitten. Een bedrijf dat failliet is, is dus niets meer waard.
Bankroet; iemand die zijn schuldeisers niet meer betaalt.
Situatie waarin een bepaald bedrijf of onderneming niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen. Een faillissement wordt door de rechter uitgesproken.
Ook: gefailleerde. Natuurlijke- of rechtspersoon die in staat van faillissement is verklaard.
bankroet (toon de herkomst via de etymologiebank)
faillissementsrecht: door de rechter bankroet verklaard worden. Bijv. Bevelander Internet Services is ~ verklaard. Het bedrijf ...faillissementsrecht: natuurlijke- of rechtspersoon die niet meer in staat is om zijn schulden te betalen en door de rechtbank ...
als je je schulden niet meer kunt betalen vb: dat bedrijf gaat failliet Synoniem: bankroet
•in staat van faillissement. •tweede betekenisomschrijving.
bankroet