
familiaal bijv.naamw. Uitspraak: [ familiˈjal ] Afbreekpatroon: fa·mi·li·aal
van of met betrekking tot de familie Voorbeeld: 'familiale conflicten' een familiale verzekering (een verplichte verzekering waardoor de schade die je aan anderen per ongeluk berokkent, is gedekt) familiale helpster (gezinsverzorgster)
Gevonden op
https://woorden.org/woord/familiaal

1) Het gezin betreffend 2) De familie betreffende 3) De familie betreffend
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Familiaal/1

het vaker voorkomen van een ziekte onder bloedverwanten (familieleden), zonder dat een bewezen genetische overerving kan worden aangetoond
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10590

Dat meer leden van eenzelfde familie treft dan wat zich bij toeval zou moeten voordoen. Familiale kanker bijvoorbeeld is een kanker die vaak voorkomt binnen eenzelfde familie of die in verband staat met de genen.
Gevonden op
https://kanker.be/lexicon
Geen exacte overeenkomst gevonden.