faseren werkw. Uitspraak: [ fa'zerə(n) ] Afbreekpatroon: fa·se·ren Vervoegingen: faseerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gefaseerd (volt.deelw.) in fasen verdelen of laten verlopen Voorbeeld: 'een project faseren' Synoniem: in de tijd spreiden 3 definities...
1) Echelonneren 1) In fasen verdelen 2) In fases verdelen 3) In passen verdelen 4) In stadia verdelen 5) In stappen doen verlopen 6) In stappen verdelen 7) Spreiden in de tijd 
in stappen laten verlopen vb: we krijgen dat bedrag niet in één keer, maar gefaseerd
Faseren is het opdelen van een project in de tijd, waarbij na elke fase een beslisssing genomen kan worden of, en zoja hoe, het project kan worden voortgezet.