flemen werkw. Uitspraak: [ 'flemə(n) ] Afbreekpatroon: fle·men Vervoegingen: fleemde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gefleemd (volt.deelw.) complimenten maken die niet per se gemeend zijn Voorbeeld: 'Om haar zin te krijgen zat ze haar vader te flemen.' Synoniemen: : vleien, slijmen Synoniemen: flikflooien 5 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/flemen
overdreven lief tegen iemand doen vb: je hoeft niet zo te flemen, je krijgt toch niets! Synoniem: flikflooien Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=flemen
iemand vleiend toespreken, met de bedoeling hem of haar tot iets te overhalen of om hem of haar gunstig te stemmen Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/flemen