de fles zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ flɛs ] Verbuigingen: flessen (meerv.) een langwerpig, hol voorwerp van glas of plastic met een nauwe hals waar je vloeistof in bewaart Voorbeeld: 'een fles wijn' een baby de fles geven (een baby melk laten drinken uit een fles) aan de fles zijn (verslaafd zijn aan alcohol) op de fles zijn (faillie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/fles
hol voorwerp met brede buik, meestal van glas vb: ik heb een fles wijn gekocht hij drinkt een fles jenever per dag [de inhoud van een fles jenever] ik geef de baby de fles [laat hem drinken uit de zuigfles] een flessentrekker [oplichter, zwendelaar] de geest is uit de fles [de zaak is niet meer in de hand ... Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=fles