bosje, groep geboomte (in een tuin, park,...), loverdak - Voorbeeld: ‘Een wingerd rankt over 't lage dak van het geitenhok of ovenbuur en vormt een lovie met de weelde zijner teergroene blaren’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0015.php