de flesopener zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'flɛsopənər ] Afbreekpatroon: fles·ope·ner Verbuigingen: flesopeners (meerv.) stukje gereedschap om doppen, vooral kroonkurken, van flessen te verwijderen Voorbeeld: 'een bierflesje openen met een flesopener' Synoniemen: opener 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/flesopener