de flik zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: flikken (meerv.) Verbuigingen: flikje (verkleinwoord) 1) in Vlaanderen een politieagent 2) (besuikerd) chocolaatje met een platte en een bolle zijde . Synoniemen: agent pastille 2 definities...
1) Agent 2) Agent (volkstaal) 3) Agent van politie 4) Arm der wet 5) Bijnaam voor politieagent 6) Chocolaatje 7) Chocoladekoekje 8) Informele term voor beambte 9) Informeel voor wetsdienaar 10) Klein rond chocolaatje 11) Lekkernij 12) Ordehandhaver in de volkstaal 13) Pastille 14) Plat chocolaatje 15) Politie (volkstaal) 1) Agent 2) Chocolaatje 3) Krant 4) Pastille 5) Politieagent 6) Slag 7) Smeris 
chocolaatje (toon de herkomst via de etymologiebank)
wie bij de politie werkt vb: in België heet een politieman flik Synoniemen: politieagent politieman
1) rond chocolaatje met een platte en een bolle zijde; chocoladepastille 2) iemand die voor zijn beroep orde en veiligheid in de openbare ruimte handhaaft en achter misdadigers aangaat; medewerker van de politie; politieagent
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens), kaarten.
[Bargoens, boeventaal] krant. Daar zal wel een labe (een hoop) van in de flik steunen (in de krant staan).