de fluitspeler zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: fluit·spe·ler Verbuigingen: fluitspelers (meerv.) Verbuigingen: fluitspelertje (verkleinwoord) iemand die op de fluit speelt Voorbeeld: 'Een bekende Satyr of Silene is Marsyas, een begaafd fluitspeler en onderwijzer van muziek.' . 1 definitie...
1) Beroep 2) Fluitist 3) Musicus 4) Muzikant 5) Pijper 1) Fluitist 2) Ocarinist 3) Pijper 
iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij fluit speelt, vooral in een orkest of band; bespeler van de fluit; fluitist