foppen werkw. Uitspraak: [ ˈfɔpə(n) ] Afbreekpatroon: fop·pen Vervoegingen: fopte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gefopt (volt.deelw.) iemand voor de grap iets laten geloven dat niet waar is Synoniem: beetnemen Synoniemen: bedotten beetnemen in de maling nemen plagen voor de gek houden Intensiveringen Uitdrukkingen die foppe...
1) Afzetten 2) Aprilgebruik 3) Bedotten 4) Bedriegen 5) Beethebben 6) Beetnemen 7) Berispen 8) Boteren 9) Droelen 10) Erin laten lopen 11) Kokeren 12) Kullen 13) Lullen 14) Misleiden 15) Mystificeren 16) Neppen 17) Nollen 18) Oetsen 19) Op grappige wijze misleiden 20) Palullen 21) Pieren 22) Plagen 1) Bedot 2) Bedotten 3) Bedriegen 4) Beethebben 5) Beetnemen 6) Berispen 7) Boteren 8) Doorhalen 9) Kokeren 10) Kullen 11) Kwakzalven 12) Misleiden 13) Mystificeren 14) Neppen 15) Nollen 16) Oetsen 17) Pieren 18) Plagen 19) Verlakken 20) Verschalken 21) Vexeren 
beetnemen, op onschuldige wijze bedriegen (toon de herkomst via de etymologiebank)
voor de gek houden
voor de gek houden