formatteren werkw. Uitspraak: [ fɔrmɑ'terə(n) ] Afbreekpatroon: for·mat·te·ren Vervoegingen: formatteerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geformatteerd (volt.deelw.) (een opslagmedium) fysiek indelen computers Voorbeeld: 'je harde schijf formatteren' 8 definities...
1) Computerterm 2) Computerterminologie 
een informatiedrager gereed maken voor gegevensopslag (toon de herkomst via de etymologiebank)
Het aanbrengen van een bestandssysteem op een medium of een partitie Zie ook: Bestandssysteem, Medium, Partitie
1) een harde schijf, een diskette of een andere informatiedrager indelen in sporen en sectoren om ze geschikt te maken voor gebruik in de computer 2) een document voorzien van een uniforme structuur en opmaak; een document structureren
een informatiedrager gereed maken voor gegevensopslag
Het beschrijfbaar en leesbaar maken van een harde schijf - floppy - cd - dvd
(Het volledig wissen van een geheugenkaart (of harde schijf) . Alle informatie gaat verloren en het geheugenkaartje kan weer volledig benut worden.)
Formatteren is het verwijderen van gegevens van bijvoorbeeld een harde schijf of diskette, en deze daarna klaarmaken voor nieuw gebruik.