het fortuin zelfst.naamw. Uitspraak: [ fɔrˈtœyn ] Afbreekpatroon: for·tuin Verbuigingen: fortuinen (meerv.) 1) geluk Voorbeeld: 'elders je fortuin zoeken' 2) veel geld Voorbeeld: 'fortuin maken/vergaren' Synoniemen: geluk gelukkig-zijn gelukkigheid grote som geld het gelukkig-zijn kapitaal wel en wee 5 definities...
1) Bezit 2) Bof 3) Buitenkansje 4) De geluksgodin 5) Eigendom 6) Geldelijk vermogen 7) Geluk 8) Gelukje 9) Gelukkig toeval 10) Gelukkig zijn 11) Gelukkigheid 12) Groot kapitaal 13) Have 14) Kans 15) Kapitaal 16) Lot 17) Meevaller 18) Noodlot 19) Onvoorzien geluk 20) Providentie 21) Rijkdom 22) Schat 1) Bof 2) Buitenkans 3) Fatum 4) Fortuna 5) Geluk 6) Gelukkigheid 7) Geval 8) Kans 9) Kapitaal 10) Lot 11) Luk 12) Mazzel 13) Meevaller 14) Noodlot 15) Providentie 16) Rijkdom 17) Schat 18) Toeval 19) Tref 20) Vermogen 21) Voorspoed 22) Weelde 23) Wisselvalligheid 24) Zwijntje 
lot; kapitaal (toon de herkomst via de etymologiebank)
gunstig toeval vb: hij gaat zijn fortuin ergens anders zoeken Synoniem: geluk Tegenstellingen: ongeluk pech tegenspoed tegenslag
lot, toeval, geluk.
groot kapitaal - Jaar van herkomst: 1494 (HWS )
economie: kapitaal aan geld, vermogen. ...