die fruit koopt en verkoopt, fruithandelaar - Voorbeeld: ‘Later in de voormiddag verschijnt de groentenkar, het viswijf of de fruitkoopman, die hunne waar van huis tot huis rondventen’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0009.php