de gaskachel zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'xɑskɑxəl ] Afbreekpatroon: gas·ka·chel Verbuigingen: gaskachels (meerv.) apparaat om een ruimte te verwarmen door middel van gas Voorbeeld: 'Vroeger hadden we in alle kamers gaskachels, maar nu hebben we centrale verwarming.' Synoniemen: gashaard 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gaskachel