zich gedragen reflexief werkw. Uitspraak: [ xəˈdraxə(n) ] Afbreekpatroon: ge·dra·gen Vervoegingen: gedroeg zich (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft zich gedragen (volt.deelw.) op een bepaalde manier handelen Voorbeeld: 'zich netjes gedragen' Gedraag je een beetje! (wees netjes) zich als een beest gedragen (heel wild en onfatsoenlij...
1) Breeduit klinkend 2) Gebruikt 3) Lief zijn 4) Niet boos worden 5) Niet klieren 6) Niet pesten 7) Niet vervelend doen 8) Plechtig 9) Plechtstatig 10) Rekening houden 11) Rustig en statig 12) Statig 1) Gebruikt 2) Gezwollen 3) Optreden 4) Plechtig 5) Plechtstatig 6) Portato 7) Statig 8) Tweedehands 
zich (toon de herkomst via de etymologiebank)
hoe je doet vb: Jan gedraagt zich altijd beleefd
• [refl] "zich ~": de manieren die iemand meest in de omgang met anderen aan de dag legt.
(zich ~) handelen, doen
criminologie: wijze waarop een persoon zich onder bepaalde omstandigheden gedraagt. Bijv. in het donker is men doorgaans ...