I de proficiat zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ pro'fisijɑt ] Afbreekpatroon: pro·fi·ci·at woorden of bericht waarmee je iemand wilt gelukwensen Voorbeeld: 'een dikke proficiat aan de hele spelersgroep' Synoniem: gelukwens II proficiat tussenwerpsel Uitspraak: [ pro'fisijɑt ] Afbreekpatroon: pro·fi·ci·at <dit zeg je tegen ...
1) Geluk gewenst 2) Gelukwens 3) Met gelukwensen 4) Gefeliciteerd 5) Geluk ermee 
tussenwerpsel: gefeliciteerd
tussenwerpsel: gefeliciteerd (toon de herkomst via de etymologiebank)
woord waarmee je iemand gelukwenst vb: proficiat met je overwinning! Synoniem: gefeliciteerd
gefeliciteerd
Vlaams voor het Nederlandse woord ` gefeliciteerd`