I het gelijk zelfst.naamw. Uitspraak: [ xəˈlɛik ] Afbreekpatroon: ge·lijk wat waar of juist is Antoniem: ongelijk het gelijk aan je kant/zijde hebben (het juiste inzicht hebben) gelijk hebben (zeggen wat juist is) iemand in het gelijk stellen (zeggen dat wat iemand zegt waar of rechtvaardig is) iemand gelijk geven (toegeven dat iemand d... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gelijk
precies zoals iets of iemand anders vb: die twee getallen zijn gelijk iemand met gelijke munt betalen [hem op dezelfde manier behandelen] gelijke tred houden met iets of iemand [dezelfde vorderingen maken] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=gelijk
zonder te wachten vb: je moet gelijk thuiskomen! Synoniemen: dadelijk direct [2] meteen onmiddellijk [2] ogenblikkelijk acuut [2] Tegenstellingen: dadelijk straks zo aanstonds precies zoals iets of iemand anders vb: ze denkt daar precies gelijk over Synoniemen: gelijk hetzelfde identiek eender dito op het... Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=gelijk
1.bn. uitdr.: Voorbeeld: ‘'t is gelijk’: om het even Voorbeeld: ‘Maar believe 't u, wat peinst ge, vrouw! Ik uwe jongen kwaad doen, ik, een arme slore! kermde 't wijf. - 't Is gelijk, lelijke vuile toverheks, en zij sleurde Mete tot bij Fonske’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php