zich generen reflexief werkw. Uitspraak: [ ʒəˈnerə(n) ] Afbreekpatroon: ge·ne·ren Vervoegingen: geneerde zich (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft zich gegeneerd (volt.deelw.) je verlegen of ongemakkelijk voelen Voorbeeld: 'Ik geneerde me dood toen hij zo beledigend tegen onze gasten werd.' Synoniem: zich schamen geneer je niet (do... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/generen
1.zich ontzien om te doen wat men wil (VD I 3) Voorbeeld: ‘Geneer u niet, zegde hij. Wij zitten hier tot morgen na de middag’: handel naar welgevallen, doe alsof je thuis waart 2.behagen scheppen in, zich tevreden stellen met (DB) Voorbeeld: ‘'t Geen haar altijd weer ontstemt en verdrietig maakt is: (...) te zien hoe zusters en bro... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php