geoutilleerd bijv.naamw. Uitspraak: [ xəuti'jert ] Afbreekpatroon: ge·ou·til·leerd voorzien van alles wat nodig is Voorbeelden: 'een goed geoutilleerde keuken' , 'U kunt vergaderen in onze geoutilleerde vergaderzalen.' , 'De fabriek is uitstekend geoutilleerd en voldoet geheel aan de tegenwoordige eisen.' 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/geoutilleerd
uitgerust met de nodige werktuigen, installaties, voorzieningen e.d. - Woordfeit: Outilleren betekent `voorzien van werktuigen, materieel; uitrusten`. Het Franse werkwoord outiller is afgeleid van het zelfstandig naamwoord outil `materieel, machine, instrument`, dat uiteindelijk op het Latijnse utensilia `benodigdheden`,... Gevonden op https://onzetaal.nl/nieuws-en-dossiers/nieuwsbrieven/woordpost/woordpostarc