de schuier zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: schuiers Verbuigingen: schuiertje 1) werktuig waarmee met een schraapbeweging een weefsel ontdaan kan worden van stof en pluis 2) '(Suriname)' tandenborstel Synoniemen: borst borstel 
1) Huishoudartikel 2) Luiwagen 3) Stoffer 4) Brosse 5) Gereedschap 6) Handgereedschap 7) Veger 8) Boender 9) Haarborstel 10) Borstel 11) Kledingborstel 12) Polderjongen 13) Kleerborstel 14) Schoonmaakgerei 
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Bargoens), mes.
borstel
(m) - voor het liefdevolle veegwerk
borstel (toon de herkomst via de etymologiebank)
• [gereedschap] werktuig waarmee met een schraapbeweging een weefsel ontdaan kan worden van stof en pluis. (+audio)
borstel, vegertje WOORDFEIT: Een schuier is een vegertje dat vooral voor het schoonvegen van kleding en andere stoffen wordt gebruikt. Meestal heeft een schuier een steel of een handgreepje. Er zijn tal van uitvoeringen van, met name als het om een tafelschuier gaat; via Google zijn daar afbeeldingen van te vinden. Het zelfstandig naamwoord schuier...
borstel