voortdurende beweging, gedoe, gedraai, gepeuter (VD) - Voorbeeld: ‘Rond en in de huizekes was er gedurig gepoender en gestoel van wijven die er te zingen zaten op de weefstoel en vlijtig snokten om de lap af’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php