geschonden bijv.naamw. Uitspraak: [ xə'sxɔndə(n) ] Afbreekpatroon: ge·schon·den beschadigd Voorbeeld: 'Mijn vertrouwen in haar is geschonden: ze heeft geld van me gestolen.' Zie ook: schenden Synoniemen: beschadigd gehavend 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/geschonden