de glimp zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ xlɪmp ] een glimp van iets of iemand opvangen (iets of iemand heel kort zien) 'We stonden helemaal achteraan en konden maar een glimp van de optocht opvangen.' Synoniemen: flits schijn vleugje 3 definities...
1) Afschijnsel 2) Bedrieglijke schijn 3) Dekmantel 4) Flauw schijnsel 5) Flauw verschijnsel 6) Flauwe glans 7) Flauwe schijn 8) Flikkering 9) Flits 10) Glans 11) Gloed 12) Lichtdeeltje 13) Schijn 14) Schijnglans 15) Schijnsel 16) Sprankje 17) Vleug 18) Vleugje 19) Vluchtige indruk 20) Voorwendsel 21) Zwak licht 1) Flard 2) Flikkering 3) Flits 4) Glans 5) Glinster 6) Gloed 7) Schijn 8) Schijnglans 9) Schijnsel 10) Sprank 11) Sprankje 12) Vleug 13) Vleugje 14) Vonk 15) Voorwendsel 16) Zweem 
flauw schijnsel; vluchtig beeld (toon de herkomst via de etymologiebank)
wat je in een korte flits ziet vb: we vingen een glimp op van de nieuwe burgemeester
flikkering