glooien werkw. Afbreekpatroon: glooi·en Verbuigingen: glooide Vervoegingen: geglooid (volt.deelw.) 1) enz. 2) tweede betekenisomschrijving Voorbeeld: 'Zin met het glooien in de tweede betekenis erin.' 3) licht golvend zijn, ten aanzien van een landschap. Voorbeeld: 'De kabbelende beekjes hebben gezor...
1) Afhellen 2) Aflopen 3) Hellen 4) Oplopen 5) Vervallen 1) Aflopen 2) Flauw hellen 3) Hellen 4) In lichte mate hellen 5) Licht hellen 6) Met een flauwe helling aflopen 7) Vervallen 8) Zacht hellen 
licht hellen (toon de herkomst via de etymologiebank)
1) met flauwe hellingen aflopen en oplopen; geleidelijk, lichtjes hellen 2) een licht opgaand of neergaand verloop tonen; geleidelijk in hoogte verlopen
met een flauwe helling aflopen