halfvol bijv.naamw. Uitspraak: [ hɑl'fɔl ] Afbreekpatroon: half·vol voor de helft gevuld Voorbeeld: 'Het glas is halfvol of halfleeg, het is maar net hoe je het bekijkt.' Antoniem: halfleeg 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/halfvol