halveren werkw. Uitspraak: [ hɑlˈverə(n) ] Afbreekpatroon: hal·ve·ren Vervoegingen: halveerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gehalveerd (volt.deelw.) in tweeën delen of met de helft verminderen Voorbeeld: 'de uitstoot van broeikasgassen halveren' 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/halveren