hardleers bijv.naamw. Uitspraak: [ hɑrt'lers ] Afbreekpatroon: hard·leers die moeilijk leert, die traag van begrip is Voorbeelden: 'Het zijn hardleerse kinderen, ze weten dat het niet mag maar doen het vrolijk toch.' , 'Hij is hardleers, hij is al herhaaldelijk veroordeeld voor hetzelfde vergrijp.' , 'Hardleerse organisaties blijven dezel... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/hardleers