
een hazeslaapje doen, sluimeren - Voorbeeld: ‘
Alzo bleef Jantje een uurken tussen waken en slapen, doezelen en dromen. Geheel wegvaren dorst hij niet, want Theresia mocht hem hier niet betrappen, en daarom bleef hij hazelunken, altijd gereed om bij 't minste gerucht, recht te springen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0011.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.