hecht bijv.naamw. Uitspraak: [ hɛxt ] die of dat door een sterke band of verbinding met elkaar verbonden is Voorbeelden: 'hechte vriendschap' , 'hecht zijn met elkaar' , 'hecht verbonden' , 'een hechte constructie' Synoniemen: compact duurzaam Spreekwoorden en zegswijzen • zijn zegel aan iets hecht en (=goedke...
1) Aaneengesloten 2) Bestand tegen aantasting 3) Compact 4) Deel van een mes 5) Degelijk 6) Deugdelijk 7) Doortimmerd 8) Duurzaam 9) Greep 10) Handvat 11) Handvat(sel) 12) Handvatsel 13) Heft 14) In elkaar gezet 15) Ingekankerd 16) Innig 17) Innig verbonden 18) Kram 19) Massief 20) Nauw 21) Onverbrekelijk 1) Aaneengesloten 2) Close 3) Compact 4) Degelijk 5) Dicht 6) Duurzaam 7) Greep 8) Handvatsel 9) Indissolubel 10) Innig 11) Massief 12) Onverbrekelijk 13) Onverwoestbaar 14) Solide 15) Stevig 16) Van jewelste 17) Vast 
snoek (toon de herkomst via de etymologiebank)
handvatstevig
stevig
1> goed en stevig. EEN HECHT SCHIP: een goed en stevig gebouwd schip. 2> obstakels onder water (boomstronken, palen, prikkeldraad, e.d.) waaraan netten kunnen blijven hangen. Ook bekend als echt, hacht, hach en haft.