heet bijv.naamw. Uitspraak: [ het ] 1) met een hoge temperatuur Voorbeeld: 'Pas op, goed blazen, want de soep is gloeiend heet.' Antoniem: koud Synoniem: erg warm 2) (van eten) sterk gekruid en prikkelend in je mond Voorbeeld: 'Deze pepertjes zijn erg heet.' Synoniem: scherp 3) seksueel opgewonden Vo...
1) Hitsig 2) Ontvlambaar 3) Hot 4) Opgewonden 5) Voluptueus 6) Is genaamd 7) Zeer warm 8) Koortsig 9) Kokend 10) Vuurrood 11) Sterk 12) Pikant 13) Hittig 14) Pittig 15) Hevig 16) Ziedend 17) Plaats in vlaanderen 18) Plaats in Oost-Vlaanderen 19) Gepeperd 20) Tropisch warm 21) Overmatig warm 22) Scherp (van eten) 
uitdr.: Voorbeeld: ‘de sneeuw valt op een hete steen’: smelt onmiddellijk - Voorbeeld: ‘Na Lichtmesse valt de sneeuw op een hete steen’
zeer warm
Een uitdrukking die in de kerntechniek gebruikt wordt in de betekenis van hoogradioactief.
Uit `De lagere vaktalen: De taal der hopkweekers` 1914 de hop wordt heet.
erg warm vb: de soep is te heet om te eten
•heel warm. •van smaak. (+audio)
[Vergeten woorden] (m.) gebieder, leider [= Fries heit ‘vader’, in oret, schout, ~ heten]
zeer warm
[Straattaal] veilig, safe (`Het is er nog niet heet` betekent `Het is er nog niet veilig om elkaar te ontmoeten om onrust te stoken`.)