het hekwerk zelfst.naamw. Uitspraak: [ 'hɛkwɛrk ] Afbreekpatroon: hek·werk Verbuigingen: hekwerken (meerv.) afscheiding van hout of metaal Voorbeeld: 'een hekwerk rondom een bedrijventerrein' Synoniem: hek (1) Synoniemen: afrastering afscheiding balie balustrade hek rasterwerk 
1) Raster 2) Paalwerk 3) Omtuining 4) Omheining 5) Omsluiting 6) Omschutting 7) Dierenartikel 8) Staketsel 9) Achterdeel van een schip 10) Staket 11) Railing 12) Afrastering 13) Balie 14) Latwerk 15) Afheining 16) Balustrade 17) Reling 18) Rasterwerk 19) Verschansing 20) Veiligheidsvoorziening 21) Rastering 
Begrenzing van een terrein in de vorm van een afrastering.
rasterwerk - Voorbeeld: ‘De enkele venstergaten zijn zwarte holen in de muur, hier en daar onregelmatig aangebracht en altijd van ijzeren hekwerk voorzien, als gevangenissen’
wat een hek vormt: veelal uitgevoerd in hout en - of staal. Zie ook bij 'carrosie'.
latwerk, palen, e.d. waaruit een hek bestaat
VOC - Zeilen en tuigage: extra boeisel over het achterschip met een opening voor de helmstok; ook wel staatsie genoemd (zie ook bij Hennegat).
1> lage buisreling . Meestal alleen gebruikt voor zulks op het achterschip . [ nr 4 in afbeelding ]. Zie ook hekreling en hek . 2> in oudere teksten gebruikt als synoniem voor statie .