hernieuwen werkw. Uitspraak: [ hɛrˈniwə(n) ] Afbreekpatroon: her·nieu·wen Vervoegingen: hernieuwde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft hernieuwd (volt.deelw.) opnieuw krachtig of actueel maken Voorbeelden: 'de samenwerking hernieuwen' , 'na de pauze met hernieuwde energie weer aan het werk gaan' Synoniemen: herstellen nieuw leven i...
1) Herstellen 2) In ere herstellen 3) Overdoen 4) Renoveren 5) Verbeteren 6) Vernieuwen 7) Weer doen ontstaan 1) Herstellen 2) Overdoen 3) Renoveren 4) Restaureren 5) Verbeteren 6) Vernieuwen 
door nieuwe kracht weer nieuw maken vb: we gaan onze kennismaking hernieuwen