hinkelen werkw. Uitspraak: [ ˈhɪŋkələ(n) ] Vervoegingen: hinkelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gehinkeld (volt.deelw.) als kinderspel op één been van de ene plaats naar de andere springen Synoniemen: hinken 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/hinkelen