de hoofdman zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: hoofdmannen hoofdlieden hoofdlui Verbuigingen: hoofdmannetje 1) iemand die de aanvoerder van een stam, partij of beweging is 2) bevelhebber van een troep soldaten, schutters enz 3) deken van een gilde 4) hoofdbestuurder van een katholieke broed...
1) Aanvoerder 2) Centurio 3) Stamhoofd 4) Kapitein 5) Opperhoofd 6) Captain 7) Deken 8) Bevelvoerder 9) Leider 10) Chief 11) Kopstuk 12) Honderdman 13) Hoofdleider 14) Hopman 15) Machthebber 16) Bevelhebber 
[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Hopman, Hoofdman``] Verouderde benaming voor kapitein. Zie Officieren
leider of aanvoerder van een troep vb: de hoofdman van de bende heette Boris
•iemand die de aanvoerder van een stam is. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
leider