
de hospes zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: hos·pes Verbuigingen: hospites<br>hospessen (meerv.) Verbuigingen: hospesje (verkleinwoord)
een man die een of meer kamers in zijn eigen woonhuis ter beschikking stelt aan een kostganger of commensaal Voorbeeld: 'Het lijkt wel alsof er veel minder hospites dan hospita's zijn.' . Synoniemen...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/hospes

1) Beroep 2) Gastheer 3) Huisbaas 4) Huisploert 5) Huurbaas 6) Kamerverhuurder 7) Kostbaas 8) Studentenhuisvesting 9) Waard 10) Woning
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Hospes/1

1) Gastheer 2) Herbergier 3) Huisbaas 4) Huisheer 5) Huurbaas 6) Kostbaas 7) Ploert 8) Waard
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Hospes/1
Let op: Spelling van 1858 Lat., waard, gastheer; ook gast. Hospita, waardin. Hospitaal, gasthuis, ziekenhuis. Hospitaliteit, hospitalité, Fr., gastvrijheid, herbergzaamheid. Hospitiüm, hospice, Fr., eene herberg, klein klooster of ordeshuis ter herberging van doorreizenden
Gevonden op
http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/

persoon bij wie men op kamers woont (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/hospes

waard, herbergier.
Gevonden op
https://cf.hum.uva.nl/dsphome/ljc/potgieter/woorden.html

•een persoon van het mannelijk geslacht die een of meer kamers in zijn of haar eigen woonhuis ter beschikking stelt aan een kostganger of commensaal.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/hospes

persoon bij wie men op kamers woont
Jaar van herkomst: 1692 (WNT )
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/sijs002chro01_01/colofon.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.