te verdragen, uit te houden - Voorbeeld: ‘Nu zal 't hier niet meer houdelijk zijn in die allenigheid! dat wisten en voelden zij beiden’ uitdr.: Voorbeeld: ‘er is geen huis meê houdelijk’: er is geen huis met hem te houden Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0011.php