huidig bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈhœydəx ] Afbreekpatroon: hui·dig van deze tijd of dit moment Voorbeeld: 'De huidige voorzitter treedt volgend jaar af.' Antoniem: toenmalig Synoniem: tegenwoordig Synoniemen: hedendaags lopend momenteel tegenwoordig van nu toenmalig (antoniem) voormalig (antoniem) 
1) Tegenwoordig 2) Hedendaags 3) Niet voormalig 4) In deze tijd 5) Momenteel 6) Van nu 7) Van dit moment 8) Nu 9) Lopend 10) Tussen oud en nieuw 
`Jeukwoord.` Synoniem: bestaand, actueel, nu
tegenwoordig
hedendaags, van deze tijd (toon de herkomst via de etymologiebank)
van nu, van deze tijd vb: de huidige burgemeester is een Noordhollander
•bij het heden behorend, nu een positie bekledend. (+audio)