toenmalig bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈtunmaləx ] Afbreekpatroon: toen·ma·lig van die tijd Voorbeeld: 'de toenmalige regering' Antoniem: huidig Synoniemen: ex geweest gewezen van toen voorheen voormalig voormalige vorige vroeger vroegere huidig (antoniem) 2 definities...
1) Ex 2) Geweest 3) Gewezen 4) Van die tijd 5) Voorheen 6) Voormalig 7) Voormalige 8) Vorige 9) Vroeger 10) Vroegere 1) Ex 2) Geweest 3) Gewezen 4) Voorheen 5) Voormalig 6) Voormalige 7) Vorige 8) Vroeger 9) Vroegere 
van die tijd vb: mijn toenmalige vriendin heette Hester Tegenstellingen: huidig tegenwoordig