hummen werkw. Uitspraak: [ 'hʏmə(n) ] Afbreekpatroon: hum·men Vervoegingen: humde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gehumd (volt.deelw.) 1) een zacht geluid in je keel maken Voorbeelden: 'De klant humde om de aandacht van het winkelpersoneel te trekken.' , 'Mijn baas zat afkeurend te hummen.' 2) met je stem een... Gevonden op https://woorden.org/woord/hummen
hm zeggen, bv. als teken van instemming of om te laten merken dat men luistert kuchen neuriën een lied e.d. neuriën iets mompelen; iets brommen Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/hummen