de imker zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ɪmkər ] Afbreekpatroon: im·ker Verbuigingen: imkers (meerv.) iemand die bijen houdt om planten te bestuiven en om honing en bijenwas te krijgen Voorbeeld: 'een imker met beschermende kleding bij zijn bijenkorven' Synoniemen: bijenhouder imme houder 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/imker
iemand die vroeger als beroep en tegenwoordig meestal uit liefhebberij in bijenkasten een bijenvolk verzorgt en hun honing wint; bijenhouder Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/imker
Een imker houdt zich bezig met de domesticatie van bijen, ofwel het immen (ook wel bijenteelt of apicultuur genoemd). Bijen kunnen gehouden worden voor de bestuiving van planten of natuurlijk het winnen van honing en bijenwas. Ook worden dikwijls nevenproducten als honingpastilles en zeep geproduceerd. Van de vier soorten honingbijen kunnen slechts... Gevonden op https://www.nationaleberoepengids.nl/imker