inblazen werkw. Uitspraak: [ 'ɪmblazə(n) ] Afbreekpatroon: in·bla·zen Vervoegingen: blies in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingeblazen (volt.deelw.) een idee of plan bezorgen, zonder dat anderen dat in de gaten hebben Voorbeelden: 'Dit antwoord werd hem ingeblazen door zijn adviseur.' , 'iemand een ondeugend plan inblazen' (iet... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/inblazen