de inbreuk zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈɪmbrøk ] Afbreekpatroon: in·breuk inbreuk maken op (je niet houden aan) 'Zonder toestemming van de schrijver een tekst publiceren, is een inbreuk op het auteursrecht.' Synoniem: overtreden, schenden Synoniemen: aantasting schending schennis 3 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/inbreuk