incorporeren werkw. Uitspraak: [ ɪnkɔrpo'rerə(n) ] Afbreekpatroon: in·cor·po·re·ren Vervoegingen: incorporeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geïncorporeerd (volt.deelw.) opnemen (in iets anders) Voorbeelden: 'buitenlands recht incorporeren in het Nederlandse recht' , 'duurzaamheid incorporeren in je bedrijfsactiviteiten z... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/incorporeren