de incrustatie zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ ɪnkrʏs'ta(t)si ] Verbuigingen: incrustaties (meerv.) 1) het inleggen met koper, goud, marmer Voorbeeld: 'sierlijk incrustatiewerk uit Italië en Turkije' 2) het bekleden of bedekken met een laag Voorbeeld: 'incrustatie van een gevel met marmer' 3) verkalkin...
1) Het vatten van edelstenen in goud 2) Invatting van edelstenen in een metaal 3) Omkorsting 1) Invatting 2) Omkorsting 3) Verharding 4) Verharing 5) Verkalking 
Let op: Spelling van 1858 incrustering, de overkorsting, overdekking van een ligchaam met eene steenkorst. Incrusteren, overkorsten, met eene steen- of kalkachtige korst overdekken
omkorsting, invatting (toon de herkomst via de etymologiebank)
verkalking, verstening, hard worden van voorwerpen in de galblaas of in de urineblaas door afzetting van calciumzouten die in de gal of urine zitten